Indeling en consumptie

‘Koolhydraten’ is de verzamelnaam voor vele voedingsstoffen, opgebouwd uit een of meer suikermoleculen (sachariden): monosachariden, disachariden, oligosachariden en polysachariden. Een andere indeling is die tussen verteerbare en niet-verteerbare koolhydraten. De niet-verteerbare koolhydraten zijn voedingsvezels, de rest is wel verteerbaar. Mono- en disachariden worden op het etiket ‘suikers’ genoemd en polysachariden ‘zetmeel’. De koolhydraten in brood bestaan haast volledig uit zetmeel, een snee brood bevat minder dan 1 gram suikers en dit komt bijna volledig uit de granen zelf.

Tabel: indeling koolhydraten naar bronnen van zetmeel en suikers

Consumptie koolhydraten

Volgens de Hoge Gezondheidsraad hebben we dagelijks minimaal een bepaalde hoeveelheid koolhydraten nodig. Als je geen of te weinig koolhydraten binnenkrijgt, kan het lichaam spiereiwitten gaan afbreken. Bij volwassenen moet minstens 55% van alle calorieën uit koolhydraten komen, adviseert de Hoge Gezondheidsraad. Uit de meest recente Belgische Voedselconsumptiepeiling (VCP) bleek dat deze aanbeveling niet wordt gehaald. De gemiddelde inname vanaf 15 jaar bedraagt ongeveer 44%.

Brood is een zeer goede bron van koolhydraten. Houd je aan de aanbeveling van 5 tot 12 sneden brood per dag en draag zo op een positieve manier bij aan de aanbevolen hoeveelheid koolhydraten. De voorkeur gaat uit naar broodsoorten die vallen in de voorkeurs- en middenweggroepen, zie ook Brood is de basis.

Consumptie suikers en zetmeel

Het grootste deel van de koolhydraatinname moet uit zetmeel bestaan, maximaal 10% van de energie uit koolhydraten mag uit suikers bestaan. De consumptie van zetmeel blijkt te laag in België, terwijl we te veel suikers opnemen.

Gemiddeld wordt slechts 24,4 % zetmeel per dag gebruikt. Daarmee haalt het merendeel van de mensen niet de aanbevelingen van 55% voor koolhydraten (is zetmeel + suiker).

De gebruikelijke consumptie van suikers (mono- en disachariden) bedraagt in België 21%. De grote meerderheid (96,4%) neemt méér suiker in dan de aanbevolen bovengrens van 10 %. Een verdere beperking tot minder dan 5% vrije suikers of 25 gram zou nog bijkomende gezondheidsvoordelen bieden volgens de World Health Organization (WHO). Bij 19% bedraagt de inname zelfs meer dan 15%. Vrouwen hebben een hogere gebruikelijke suikerconsumptie (%) dan mannen en de consumptie van suikers (%) daalt met de leeftijd. Benieuwd naar jouw suikerinname? Doe hier een test.