MEDEGEFINANCIERD DOOR DE EUROPESE UNIE

DE EUROPESE UNIE STEUNT CAMPAGNES VOOR DE PROMOTIE VAN HOOGWAARDIGE LANDBOUWPRODUCTEN

Welke spreekwoorden over brood zijn er?

HomeVeelgestelde vragenWeetjes over brood (5)Welke spreekwoorden over brood zijn er?

Welke spreekwoorden over brood zijn er?

Hij laat zich de kaas niet van het brood eten.

Voor zichzelf opkomen.

Het brood uit de mond sparen.

Erg zuinig zijn.

Iets op z'n brood krijgen.

Ergens de schuld van krijgen.

Iemand iets op zijn brood geven.

Hem de schuld ergens van geven.

Van brood alleen kan de mens niet leven.

De geest moet ook worden gevoed.

Als warme broodjes over de toonbank gaan

Zeer goed verkopen, iets is succesvol

Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.

Afhankelijkheid heeft invloed op iemands uitlatingen.

Hij heeft voldoende brood op de plank.

Zich goed kunnen redden, hij staat er financieel goed voor.

Zijn broodje is gebakken.

Hij hoeft zich financieel geen zorgen te maken.

Nood zoekt brood.

Zonder geld is men tot veel bereid.

De een zijn dood is de ander zijn brood.

Het ongeluk van de een kan het geluk van de ander zijn.

Ergens geen brood in zien

niet denken dat iets kan werken

Hij laat zich de kaas niet van het brood eten

Opkomen voor iets. zich de voordelen niet zomaar laten afpakken

Hij moet droog brood eten

Hij moet erg zuinig zijn, het gaat hem financieel slecht

Iemand het brood uit de mond nemen/stoten

iemand het onmogelijk maken om in eigen inkomen te kunnen voorzien

Zich de kaas van het brood laten eten

zich laten ontnemen waarop men recht heeft

Zoete broodjes bakken

dingen zeggen om een goede indruk achter te laten bij mensen met invloed, geveinsde vriendelijkheid

Iemand op water en brood

met zeer weinig om van te leven

De raven zullen je geen brood brengen zetten

Je moet werken voor de kost

Hij heeft brood op de plank

hij heeft een goed inkomen

Broodnodig

Dringend, noodzakelijk, hoognodig.

Bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien

Bij gemis van een geringe zaak, waaraan men behoefte heeft, is men genoodzaakt iets van veel meer waarde in de plaats te gebruiken vb het duurdere materiaal.

De één z’n dood is de ander z’n brood

Het ongeluk van iemand, kan het geluk van iemand anders betekenen.

Profeet die brood eet

Met hem hoef je geen rekening te houden, hij is niet te vertrouwen.

Iemand iets op zijn brood geven

Iemand de schuld geven.

Een kruimeltje is ook brood

De kleine dingen moeten ook gewaardeerd worden.

Liever brood in de zak dan een pluim op de hoed

Van complimenten alleen kan men niet leven.

Hij is broodmager

Erg mager.

Hij zit op water en brood.

Hij is in de gevangenis.

Zij zijn in de wittebroodsweken

Ze zijn nog maar kort getrouwd.

Het op je boterham krijgen

Een stevig standje incasseren.

Dat is gesneden brood

taak waarmee iemand helemaal geen moeite heeft; gemakkelijke klus

Delen via